5X
dinsdag 8 juni 2010
Vandaag heb ik de poster voor het raam weggehaald. Die hing er al vanaf januari en is nog eens ververst toen de ramen en de kozijnen vervangen zijn. We kunnen nu weer ongestoord naar buiten kijken. Zonder dat de blanco achterkant in de weg zit. De blanco achterkant is achterhaald, het is voorbij. Bijna voorbij dan, want ik ben vandaag nog even met mijn been naar de fysiotherapeut geweest. De kramp had zich toch wat hardnekkig in mijn been vastgebeten. Zaterdag half elf thuis, en zondag ochtend was het droog, dus er moest weer gefietst worden. Vooral aan het begin stonden mijn benen nog in de Alpe d’’Huez stand en in vliegende vaart vlogen we over het vlakke Goeree. Echter hoe dichter bij Renesse, hoe pijnlijker de aanzetten werden. Dus toch maar even naar laten kijken.
De poster is weg en het raam is leeg. Het is voorbij. Maanden is er naar toe geleefd, werd er afgeteld en was er de opbouw van de conditie. Ik heb me wel voor gehouden om die op peil te houden. Het was een mooie week, waarbij het mooiste was dat we het allemaal uitstekend met elkaar konden vinden. De donderdagavond na afloop is in mijn ogen de perfecte afsluiting geweest. De kippenvel momenten zoals die er vorig jaar waren, het interview met Herman en het liedje Halleluja van Jochem zijn denk ik in het nastreven om zo veel mogelijk geld binnen te halen halverwege gestrand.
Doordat de inschrijving vrij lang door liep, kreeg ik ook een beetje de indruk dat er een aantal mensen liep voor wie geld geen rol speelt, die het geld ophoesten om een week te drinken en om te kunnen zeggen dat ze erbij waren. Dat staat in schril contrast tot de pioniers van 6-6-2006, zoals ik in het boekje las dat ik van Karin heb gekregen. Maar ja het brengt geld in het laatje en dat is ook belangrijk. Even dacht ik dat idealen en ambities te koop zijn, maar er moet ook nog gefietst worden. Daar liggen dan de problemen en als zo iemand dan meer dood als levend bovenkomt staat hij alleen nog maar in de weg bij de fysiotherapeut. Steeds als ik iemand uit de categorie kilo’s te veel en kilometers te weinig zag fietsen, dacht ik zie je het Alpe d’Huzes gevoel is niet te koop voor een dag, dat zit in je en daar gaan maanden aan voorbereiding aan vooraf.
Nogmaals kijk ik wat vreemd door het raam, en zie dat de poster weg is, maar dat er nog restjes plak op de ruit zitten van het plakband. Hoewel het raam nu leeg is, is er wel wat achtergebleven. Een beetje mijmerend kom ik tot de conclusie dat dit de mooie herinneringen zijn, de herinneringen aan Alpe d’Huzes 2010. En mooie herinneringen blijven net als goedkoop plakband heel lang zitten. En tegen de tijd dat alles bijna verdwenen is, dan wordt het tijd om de berg weer eens op te zoeken en een kwartiertje in bocht tien op het muurtje te gaan zitten. Want wat er ook omheen gebeurd, het muurtje in bocht tien blijft even groot.
Het mooie van Alpe d’Huzes is dat er naar gestreefd wordt om teams en saamhorigheid te kweken. Samen de berg op en samen geld bij elkaar verzamelen. Een eenvoudige manier om mensen het gevoel te geven dat ze ergens bij horen is om ze allemaal dezelfde outfit te geven, en het werkt. Immers voor degene die vorig jaar zijn mee geweest was het eenvoudig: Je had Nederlanders met Alpe d’Huzes fietskleding, met rode T shirts en met blauwe T shirts. Voor ons was het nog wat eenvoudiger gemaakt met de Interpolis groene polo’s. Zag je dat groen dan zag je gelijk: hé daar is Harrie of hé daar is Theo. Alle andere bovengenoemde kleuren kon je gewoon in het Nederlands aanspreken.
Het had voor en nadelen dat iedereen in basis kleuren rond fietste. Zo klaagde de plaatselijke politie wel eens bij de organisatie als er mensen met vier naast elkaar de berg af kwamen denderen in bovengenoemde klederdracht. Maar ook is de organisatie wel eens benaderd door de zetbaas van het restaurantje op de veertig kilometer verder gelegen Croix de Fer, dat iemand in Alpe d’Huzes tenue zijn portemonnee had laten liggen.
Op zich allemaal mooi en leuk geregeld, maar op de dag zelf een ramp. Immers voor komend jaar 2010 man met hetzelfde tenue, het enige verschil is de logo’s die er op gedrukt zitten. Maar die zie je niet als iemand je voorbij rijdt met een gangetje van zeventig per uur. Gelukkig heeft onze sponsor de Holland Herstel Groep ons en daarmee ook de stichting gesteund door allemaal eenzelfde helm te geven in de kleuren zwart met rood, waarbij bij het zoeken naar team genoten alle andere kleuren behalve zwart met rood afvallen.
Ik heb het met Leo al eens gehad over de herkenbaarheid, maar dat valt niet mee om het daarbij ook nog praktisch te houden. Allemaal zo’n muts als Hans Bouwhuis vorig jaar droeg. Prima plan, maar niet te doen als het zo heet is als vorig jaar. Verkleed als Batman, wel onderscheidend maar wat als je cape bij de afdaling tussen de spaken komt. Een bloemkrans om of een sjerp, er moet ook nog gefietst worden en dat gaat al ongemakkelijk laat staan dat je nog van alles om je nek hebt. Dan is er ook nog het gevaar dat je valt en die slinger ergens achter blijft haken.
Vervolgens is er nog aan gedacht om wat te doen met de fiets, maar dat mond al gauw uit in het versierde fietsenplan voor koninginnendag. Crêpepapier tussen je spaken en flossen aan je stuur, vlaggetjes op het stuur of achter je zadel, we kennen de problemen die dat met zich mee brengt, inderdaad van koninginnendag. Het regent, er laat eens wat los, noem het maar op.
Vervolgens is er ook aan gedacht om het naamplaatje op een of andere manier aan te passen, immers dat zit voor op de fiets en zie je al vrij snel. Echter het huidige plaatje is naar de zin van de meesten al te groot. Als daar nu ook nog een gekleurde rand om moet worden gemonteerd. Of dat op het bordje nog wat moet worden gemonteerd, dan is dat toch een beetje tegen de minimalistische racefiets gedachte. Waarbij een bel eigenlijk al te veel is.
Maar wat dan, een zwaailicht op je helm, niet uitvoerbaar. Een reflectie hesje aan, dat klappert te veel en is warm, lastig en zit in de weg. Uiteindelijk ben ik er wel uitgekomen, ik moet het alleen met Leo nog even overleggen. Het lijkt me het beste dat we allemaal net als vroeger een klepper op onze fiets zetten. En dan niet zo’n suffe als de meeste hadden, met een wasknijper en een kartonnetje. Nee zo een met een schoenpoetsdoosje. Waarbij met brede post elastieken twee open gebogen wasknijpers waren bevestigd die door de spaken van het doosje werden gelicht en daar weer op terug werden gedrukt door het elastiek en daarbij een oorverdovend lawaai maakten. Perfect, als je vanuit Alpe d’Huez naar beneden rijdt, horen ze in Bourg d’Oison dat je vertrokken bent. Ook onderweg naar beneden horen de vrijwilligers je al van kilometers aankomen. Na enige oefening kan men zelfs aan het geluid de deelnemers herkennen, dit door de verschillen in aantallen spaken. Niemand heeft dichte wielen dus het werkt bij iedereen.
Tenzij iemand een beter idee heeft, denk ik dat we dit maar moeten gaan doen. De betere ideeën kunnen hieronder bij de reacties worden aangegeven. Concreet is de vraag wat kunnen we doen zodat iedereen direct ziet dat we van Alpe d’Achmea zijn, ook als je klimt zonder helm of met zeventig per uur naar beneden rijdt. Iets dat niet wappert, klappert, knelt of irriteert. Iets dat simpel in kleur en uitstraling er uitspringt bij de rest. Ik ben benieuwd naar jullie reacties
Het doel van de missie, de Mergellandroute. Lengte…., daarover zo dadelijk meer. In totaal 17 Nederlandse reuzen met in totaal een klim traject van ongeveer 23 kilometer met daaronder de huiveringwekkende namen van de Keutenberg, de Eyserbosweg en Camerig.
Daar stonden we dan vrijdag ochtend op een winderige heuvel in Geulen. We waren niet vroeg, tenslotte is het een vrije dag en de beide medefietsers hadden hun echtgenotes mee genomen voor een bezoekje aan Maastricht, wat de opgelopen schade daarvan is is mij niet bekend. Half twaalf, een prettig zonnetje. Fietsen uit de auto, tellers op nul en gaan met die banaan.
Na een kilometer of 15 een T-splitsing, geen bordjes meer, de vertwijfeling slaat toe, bordje gemist? Na het raadplegen van de papieren route beschrijving kiezen we een richting. Na een kilometer, weer vertwijfeling, toch de andere kant op? Nog eens kijken tsja, de ander kant op dan maar. Weer een paar kilometer, een keer links af en ……. hé, hier zijn we toch al eerder geweest? We zijn een rondje gefietst en zitten weer op de route, die volgen dan maar en nu goed op de bordjes letten, ja hoor een paar honderd meter voor de T-splitsing een bordje gemist.Na een lekke band van Henk en 40 kilometer op de teller is het tijd voor de inwendige mens.
In een café schuiven we aan voor een lekker stuk vlaai. Dat doet een mens goed, verder gaat het weer. Tot nu toe vielen de hellingen mee maar nu volgen ze elkaar in rap tempo op. We maken kennis met de helling bij Camerig, een helling met een lengte van 3,6 kilometer en een gemiddeld stijgingspercentage van 7%, ja ja en dat in Nederland. Hij gaat eigenlijk best lekker, laag verzet en blijven draaien is het devies. Boven gekomen een fraai uitzicht, on-Nederlands.Er volgen er nog een paar, onder andere de Eyserbosweg. Vooraf word ik gewaarschuwd door de collega’s. In het bos gaat het de hoek om en dan steil omhoog….. ze hebben weer gelijk.
Weer verder. Een korte pitstop om water te tanken en een telefoontje naar de partners dat we verwachten over een uur in Geulen te zijn, ik heb zo mijn twijfels of we dat halen maar de beide collega’s zijn zeker dat het niet ver meer is. Weer een waarschuwing, de Keutenberg komt er aan, van een afstand is de weg te zien. Ik vraag vertwijfeld of we daar omhoog moeten, ja is het antwoord. Het ziet er afschrikwekkend uit. Gang maken word me gezegd. Ik doe mijn best, daar is de voet van de berg met een bord……22%. Die 22% is maar een meter of 10 maar je staat dan dus gelijk stil. De weg vervolgt dan met een stijging van “slechts” 17%. Het piept en kraakt maar ik kom boven, tijdens de klim passeer ik op mijn teller het 100 km punt. De lucht betrekt, er vallen wat druppels en het dreigt echt te gaan regenen maar plotseling stopt het toch weer.
Verder gaat het weer, Valkenburg door en vervolgens weer een klein weggetje op waar ze ook weer een helling gevonden hebben. De tijd tikt door, het afgesproken tijdstip met de partners is inmiddels ruim verstreken. Vertwijfeld word er door de partners gebeld waar we blijven, even nog…Na 7,5 uur fietsen inclusief stop en met 140 kilometer op de teller draaien we Geulen weer in. We verbazen ons over de tegenvallende gemiddelde snelheid maar realiseren ons dat de klimmen en de harde wind dramatisch zijn geweest voor de snelheid. Bovendien hebben we een kilometer of 15 meer gefietst dan we verwacht hadden. Snel de fietsen in de auto en terug naar huis, kort daarna breekt er een flinke bui los.
Volgende week gaan we met het team de helling bij Camerig bestormen, niet om de teamgenoten te demotiveren…….. maar Berg en dal was daarbij vergeleken kinderspel.
Toine
Met wat gemengde gevoelens ging ik al vroeg van huis op de eerste trainingsdag. Wel weer vroeg weg en een eind rijden, anderzijds leuk om de teamgenoten en de vrijwilligers weer te zien. In tegenstelling tot vorig jaar was de stoep droog en scheen de zon in het vredige nog niet ontwaakte Brielle. Het leek dus minder zompig te worden als vorig jaar. Ik zeg met name leek, omdat ik tussen Sliedrecht en Deil een enorme hoosbui in reed.
Een paar weken geleden kwam Barend met zijn idee voor het organiseren van een schaatsclinic om zo geld in te zamelen voor ons gezamenlijke goede doel, het KWF.
15 maart zou het gaan gebeuren op de Ireen Wüstbaan in Tilburg. Aangezien volgens de kenners schaatsen en fietsen goed te combineren is besloot ik me in te schrijven. Barend had de inschrijving goed georganiseerd, je kon je inschrijven via het Internet via zijn eigen site schaatstest.nl. De eerste vragen waren erg eenvoudig, naam, adres enzovoorts, geen probleem.
Maar dan, de belangrijkste vraag, wat is je schaatsniveau. Barend had het in vier niveaus ingedeeld. Beginner, Licht gevorderd, Half gevorderd en Gevorderd. Tsja, waar hoor je dan thuis. Het is zaak dit wel een beetje goed in te schatten maar vooral ook niet te hoog om te voorkomen dat je straks het kneusje van de groep bent. Als omschrijving bij Gevorderden stond “ik kan pootje over” (voor de niet schaatsers, dat is de manier waarop je door de bocht gaat). Nou heb ik al op jonge leeftijd schaatsen geleerd. Je weet wel op van die houten schaatsen met oranje linten die je onder je schoenen knoopt. In mijn jeugdjaren heb ik heel veel geschaatst. Ik heb nooit les gehad maar het eerst van mijn ouders geleerd en vervolgens goed kijken naar die snelle rijders op de ijsbaan. De laatste jaren heb ik niet veel geschaatst, vorige winter twee keer en deze winter één keer. Maar…. Pootje over kan ik wel! Dus….. toch maar opgegeven voor de gevorderden.
Andere jaren lette ik niet zo op de winterperiode. Ik keek uit naar de wintersport en dat er hier zo af en toe sneeuw lag was je al snel weer vergeten. Eerst op de ski's en daarna was het direct lente. Maar dit jaar is het anders... Of zou dat komen omdat je als fietser wat meer reikhalzend naar het beter weer uitkijkt? Weer die lekkere buitenlucht langs je gezicht en net geschoren benen, genietend van al het ontluikend groen... Dat duurt dus nog wel even, schat ik zo in. En ook de weersvoorspellers -of zijn het glazen bollenkijkers- verwachten nog veel wits.
Dan zit er niets anders op dan of een weekje naar Mallorca te gaan of gewoon op de Tacx. Gek toch, een aantal maanden geleden had ik nog nooit gehoord van de Tacx, behoudens die engelse term zonder c voor zuur verdiend geld dat je weer moet afgeven, voordat je er ook maar iets mee hebt kunnen doen. En nu zit ik om de dag op dat ding, of beter gezegd op mijn fiets, die in dat ding staat. Voor de reeds beloofde "fotoreportage", zie de bijgaande foto's. Dat apparaat heb ik wel zo op gesteld dat het uitzicht goed is: een mooie witte wereld. Maar zoals mijn opa al zei: "uitzicht went en op den duur verveelt het zelfs....".
Wat doe je dan zo op een druilerige zondagmiddag als die op Valentijnsdag? Ik heb al jaren geleden gezegd dat ik het een uit Amerika overgewaaid commercieel verschijnsel vind, waar ik niet aan mee doe. Marjan is het daar gelukkig mee eens..... Dus gewoon 2 uur op de Tacx en daarna lekker Studio Sport kijken, waar natuurlijk weer geen reet aan was. PSV wint weer eens onverdiend en mijn clubje Feyenoord bakt er voor de zoveelste keer weer niets van: een bloedeloze 0-0 tegen notabene Utrecht. Hoe diep kan je vallen...?
Nee dan Vancouver: de sneeuw wordt aangevoerd per helicopter op Cypres Mountain en in Whistler is het te warm voor de afdaling heren en rijden ze op de fiets in korte broek door de hoofdstraat. Maar van de biathlon sprint voor zowel de dames als de heren heb ik weer genoten. Wat een mooie sport is dat. Als er hier meer sneeuw(?) zou liggen, was dat mijn sport geweest.
Met het binnen halen van de sponsors gaat het goed, zo heb ik de indruk. We zijn er nog lang niet, maar de teller gaat gestaag omhoog.
En voor de zuiderlingen: alaaf!
Marco.
Eindelijk, een legendarische dag zondag 7 februari 2010, heb ik voor het eerst dit jaar gefietst met mijn vaste clubje. Helemaal droog was het niet, er viel hele fijne sneeuw. Maar het vroor niet dus het bleef niet liggen. Gekscherend werd begonnen met de beste wensen en tijdens de koffie stond de gastheer het resterende deel van zijn voor die dag uitgezochte garderobe aan te trekken.
In stukjes van vorig jaar heb ik wel eens uitgelegd dat ik qua gedachten, meningen en redenaties vrij goed aansluit bij Leen. Een half woord is genoeg om op één lijn te komen. Terwijl de gastheer zijn zoveelste lange broek aan stond te trekken informeerde ik of er nog wat bij hem in de kast lag. Vervolgens merkte Leen op dat je meer last hebt van de kou als je ouder wordt. Ja, gaf ik aan eerst de gevoeligheid voor kou en dan plasproblemen.
Hoewel ik pas nog heb gelezen dat de kledingfabrikanten uitgaan van het drielagen principe werd dat aantal door de gastheer ruim overschreden. Voor degene die het interesseert wil ik het even toelichten. Die drie lagen zijn een vochtdoorlatend thermoshirt, een shirt met lange mouwen en een winddicht jack. Als je pas begint, en het is erg koud kun je ook een skipullover aan doen.
Onze koffieschenkende collega was druk in de weer met thermo ondergoed en lange broeken met galgen, thermo shirts en wielrenshirts in de juiste volgorde. Allemaal goed spul volgens de uitvoerende van de omgekeerde striptease. Zeer zorgvuldig gingen over het volgende thermo shirt de galgen van de broek. Het was net een Michelin mannetje toen alles was aangetrokken. Klaar voor het vertrek, toen hij anderhalf keer zo dik was vroeg Leen of hij niets vergeten was en of hij volgende week misschien nog wat wilde lenen.
Lach maar, was de opmerking. Kom op, doorfietsen oude man was het antwoord daarop. Daar gingen we op pad, eindelijk weer eens. Het leek zo vertrouwd, de winden van Leen die bruine bonen op had en het gerochel en de snotneuzen van John die met de nodige stuurmanskunst ontweken konden worden.
Onze thermofetisjist draaide netjes mee op kop en nam af een toe een slokje uit zijn bidon, want koude is erg, maar uitdrogen helemaal. Nu zweet je met kou wel een beetje, maar dat staat in geen verhouding tot de zomer. Ons Michelin mannetje ging steeds harder fietsen en dat tempo probeerden wij gestaag te volgen. Omdat het toch fors boven zijn normale inspanningsniveau lag vroegen wij naar de dieper liggende oorzaak. Hij gaf aan dat hij ongelooflijk moest plassen.
Even terugkoppelend naar het gesprek bij de koffie werd wederom naar de leeftijd gerefereerd, eerst koud en dan plasproblemen, en die waren er wel degelijk. In de zomer sla je de pijp van je korte broek om en gaat dat wel. Hoewel ik al veel mensen sterke verhalen heb horen vertellen, heb ik nog nooit iemand gehoord die dat met een lange broek is gelukt. Daar komt bij dat het formaat door de koude noordenwind gereduceerd kan zijn tot ”met moeite hanteerbaar”.
Uiteindelijk net over de helft van het rondje, in de bossen van Rockanje, stond het water van de fietscollega tot ruim over datgene wat met moeite hanteerbaar was. Er moest dus maar gestopt worden. Plagend gaven wij aan dat we wel langzaam door zouden rijden. Dat was geen goed plan, maar wij wisten natuurlijk ook wel dat er een groot deel van wat hij aan had uit moest. Nu is het in het bos van Rockanje erg rustig, los van wat kolossale villa’s. Ons Michelin mannetje zocht een boom met een tak waar hij zijn garderobe aan op kon hangen.
Vervolgens ging hij zich laag voor laag afpellen. Halverwege toen hij in een witte lange onderbroek stond, stond opeens een van de vrouwelijke bewoners voor het raam. Hoewel er enige afstand was, kon zij de witte lange onderbroek niet missen. Nog even zoeken naar iets wat vast te pakken was en de hoge nood werd geledigd. Geen acht meer slaand op de vrouw die weer was verdwenen. Na de plas werd alles weer met een ijzige precisie ingepakt. Mopperend vroegen we om een beetje tempo, maar toen schoot het lot ons te hulp. Dezelfde vrouw stond voor het raam met een man en ze wees in de richting van onze zeikerd.
Voorzichtig probeerden wij de pijnlijke situatie wat te doorbreken. Ik merkte op dat de bewoonster aan haar man had verteld dat ze nog nooit iemand met zo’n kleintje had gezien. Dat was het vast niet merkte de dader op, terwijl hij in ijltempo alles weer aan trok. Doe maar rustig aan hoor, merkte Leen nog op maar voor we het wisten zat hij op de fiets. Zie je dat het wel snel kan, was het laatste wat er over gezegd werd. En nu maar wachten op het regionale krantje waar de politieberichten in staan. Zo zie je maar, dat je niet altijd de publiciteit op hoeft te zoeken, soms komt het vanzelf aanwaaien. Misschien is binnendruppelen een betere term.
De Alpe d’Huzes veteranen onder ons hebben het steeds over de bagagedrager en de mensen daarop. Ook Ad weer in zijn laatste weblog. Ik geloof dat ik het begin te begrijpen.
Elk weekend is het momenteel weer hetzelfde. Als ik weer begin te denken aan mijn wekelijkse fietstocht dan gaat het sneeuwen. Ook dit weekend was het weer hetzelfde liedje. Gealarmeerd door de plaatselijke krant waarin stond dat het strooizout nu echt bijna op is vreesde ik het ergste voor vanochtend. Er was vannacht weer een mooi aantal cm. gevallen. Eerst maar weer eens de hond uit gelaten om gelijk de situatie op het fietspad te checken. Ze hadden geschoven. Ik trof een spoor van een mountainbike! Als die het kan dan kan ik het ook!
Fietskleren aan en gaan met die banaan. Uiteraard weer op de mountainbike. Ik besloot een asfalt rondje te doen over de Holterberg, ongeveer 55 km. Eerst richting Bornerbroek en Enter, de fietspaden waren hier geschoven, maar er was best goed op te fietsen. De benen waren nog een beetje stram maar dat heb ik altijd in het begin. Vervolgens door naar Rijssen en dan de weg op naar Holten, hier was wel gestrooid. Er staat een stevige tegenwind, echt soepel fiets ik nog steeds niet.
Al fietsend dwalen mijn gedachten af. Ik stel me voor hoe het is om tegen de Alpe d’Huez op te fietsen. Ik ben vroeg gestart. Het is schitterend weer. Ik kom boven. Boven op de berg staat Betty me aan te moedigen. Ik ken haar niet maar begrijp van de veteranen dat als je haar hoort en ziet je gelijk weet dat dat Betty is. Op naar de volgende klim. Langs de weg staan bekenden me aan te moedigen. Uiteraard ook captain Leo en Geesje.
Als ik aan Geesje denk komen de gedachten uiteraard gelijk bij Hans. Ik denk aan de foto van vorig jaar van Hans op de berg met zijn muts op, verdomme! De gedachten gaan naar mijn vader, ik zie mezelf als klein jongetje samen met hem op de alp staan de tourrenners aan te moedigen. Wat zou hij denken als hij me de berg op kon zien fietsen? Verdomme! Meer mensen schieten door mijn hoofd, ome Jan en ome Jos en nog een paar……
Plots ben ik weer in het heden. De stramme benen zijn weg en onbewust ben ik harder gaan fietsen. Ik geloof dat ik het begin te begrijpen, dat bagagedrager verhaal……..
Ik zet nog eens aan. Vlieg de Holterberg op en zoef de berg af Nijverdal in. Dan door naar Wierden en vervolgens terug naar Almelo. Voldaan stuur ik mijn oprit op. Ik heb er zin in, de dagen tellen af, nog 122 te gaan. Maandag team meeting, dinsdag een uurtje spinning en zondag, of het nauw heeft gesneeuwd of niet, dan ga ik weer fietsen.
Toine
Ondanks mijn herhaalde oproep ben ik nog steeds niet uitgenodigd voor een spinning marathon. De zes uur ga ik doen, maar dan moet ik daar wel ergens de kans voor krijgen. Verder weet ik nu waarom ik geen Tackx krijg en Marco wel. Uit zijn stukje begrijp ik dat de hele huishouding er op aangesloten is. Dat wil zeggen als hij Marjan achter na wil zitten ’s avonds zit gelijk het hele huis zonder licht. Bij ons hoeft het licht nog niet uit als het zover is.
Wat mij wel lekker lijkt bij de Tackx huis aansluiting is dat wanneer er iets saais op de TV is, dan kun je wat harder trappen. Bij een saaie voetbalwedstrijd lopen ze dan wat harder, bij “blik op de weg” rijden ze nog harder als te hard, dus meer frustraties en meer rijbewijzen die ingeleverd moeten worden. In de kook programma’s is alles eerder gaar.
Net als bij Marco is bij mij even de verderfelijke gedachte opgekomen dat ik de aardbeving in Haïti als concurrentie ging zien. Heel even heb ik gedacht, als ik nou eens Haïtiaanse kindertjes ga adopteren en die dan met winst doorverkoop. Of hulpgoederen ga ophalen en die als prijs voor de bingo gebruik. Wat te denken van plaatsnemen in het telefoonpanel om terug te bellen en dan een ander banknummer doorgeven.
Zulk soort ideeën krijg je alleen maar omdat je te veel tijd hebt. Door het koude en gladde weer zijn de rondjes beperkt. Iets kun je compenseren met schaatsen, maar het tellertje van de dagen tot Alpe d”Huzes komt al gevaarlijk dicht naar de honderd dagen. Dan nog maar even bladeren in mijn boekje. Het boekje heet “29 beruchte bergen en één vlak strookje”. Voor degene die dat interesseert, het strookje is het bos van Wallers, een kasseienstrook uit Parijs Roubaix.
Ik sla het hoofdstukje Alpe dHuez open, onder het hoofdje “de klim”. Aftellen van 21 naar 1 staat er als bijzin. De eerste regel is: “Wie voor de Alpe d’Huez staat weet niet wat hem te wachten staat”. Onwillekeurig denk ik terug aan de eerste avond in Frankrijk vorig jaar. Even met de auto omhoog, en inderdaad ik werd er stil van.
Het stukje gaat verder: “over de vlakke brug en afslaan richting de Alpe is er weinig wat op een berg lijkt, het blijft vlak. Ik zie de mensen lopen in de rode t-shirts, de auto’s geparkeerd en inderdaad weinig wat op een berg lijkt. Je rijdt langs de campings, geen stijging, maar dan de bocht naar links vol omhoog. In gedachte hoor ik weer het ratelen van de derailleurs en het knarsen van de kettingen. Ik denk weer terug aan de fietsenmaker op de camping die de achtertandwielen 32 al had verkocht voor hij ze in zijn handen had.
Als ik zo het hele stuk lees, dan denk ik dat is geen kattepies, je zult het maar moeten doen. Met ingehouden adem lees ik het stukje in een keer uit, van bocht 21 tot en met bocht 1. Ik herken de dorpjes die worden beschreven en denk jeetje je zal dat toch gedaan hebben. Zoals het beschreven wordt lijkt het haast onmogelijk, haast zou ik de schrijver gelijk geven, maar hij heeft het één keer gedaan en ik en nog een groot aantal mensen zes keer. Het overgrote deel van de deelnemers van vorig jaar heeft meer als één keer omhoog gereden.
Ik sla het boekje dicht en denk weer aan het tellertje van het aantal dagen. Ondanks het weer gaat het door, dus maar zo snel mogelijk het vaste rondje een beetje uitbreiden. Mocht een van de nieuwkomers het boekje in handen krijgen: “Je moet niet alles geloven wat er in staat”. Goed voorbereid is het te doen, ook met een tandwiel kleiner als 32. Vergeet niet dat we allemaal een denkbeeldige bagagedrager hebben. Je zou verwachten dat de mensen daarop het zwaarder maken, maar dat is niet zo. Zij zorgen voor het zetje dat het mogelijk maakt, maar zij zorgen er ook voor dat het een bijzondere dag is..Als je het boekje leest denk je: “Je zult het maar moeten doen”. Als je kijkt voor wie je het doet, wie er op je bagagedrager zit, en aan wie je denkt als je op de fiets zit dan denk je:”Je zult het maar mogen doen”.
Afgelopen zondag moest het weer gebeuren.
Enige tijd geleden had ik al eens een route uitgezocht in het fietsknooppuntennetwerk. Je weet wel, dat van die kleine bordjes met een nummer in een rondje waarbij je van het ene naar het andere nummer fietst. Hier niet zo ver vandaan is een route uitgestippeld van ongeveer 45 km, met aanrijden en terugrijden zo’n 55 km totaal. Een route via Delden en het mooie natuurgebied Twickel met het kasteeltje, vervolgens richting Borne en Saasveld en dan via Zenderen terug.
Ik had de route al eens geprobeerd op de race fiets maar dat ging niet goed. Bij één van de eerste afslagen moest ik al een klinker weg op waarbij ik, om met de legendarische woorden van de trainer van onze plaatselijke voetbal trots te spreken, “blij ben dat ik geen kunstgebit heb anders zou hij er spontaan uitvallen”. Daarna doemde er ook veredelde bospaden op, niet geschikt voor de racefiets dus, daarom brak ik de route af.
Op deze zondag moest het nu dan toch gebeuren. Uiteraard nam ik de mountainbike weer want voor de racefiets zijn de wegen nog niet geschikt. Ik had me goed voorbereid. Een strookje met de te volgen nummers zat op mijn stuur geplakt. Inmiddels was ook hier in het oosten de dooi ingevallen. Het regende flink. Na het raadplegen van de buienradar besloot ik dat ik om een uur of twee zou vertrekken, dan zouden de buien weg zijn. Om twee uur stond ik klaar voor vertrek en inderdaad was het droog.
De grote wegen waren mooi schoon echter zo gauw ik op kleine wegen en bospaden kwam lag er nog een hoop natte prut (iets wat ooit sneeuw was geweest). Het water en de prut spatte hoog op, al gauw had ik een zoutsmaak rond de mond. (Ja Ad, hier hadden we nog wel zout.) Ook kwam ik op wegen waar de laatste weken op geschaatst kon worden. Die ijslaag was nu echter veranderd in een zuigende laag. Bij iedere trap op de pedalen slipte het achterwiel en door de weerstand van de sompige “ijslaag” kwam ik nauwelijks vooruit. Zwoegend ging ik verder, wetend dat bij de volgende afslag er mogelijk weer een schoon asfalt wegdek op me te wachten lag (of niet).
Tot overmaat van ramp had de buienradar vandaag ook geen gelijk. Nauwelijks een kwartier onderweg begon het weer te regenen en dit ging zo een uur door. Goed gekleed had ik het gelukkig niet koud, op twee onderdelen na dan, mijn beide voeten. Voor de race fiets heb ik van die mooie schoenhoezen, voor de mountainbike niet. Onze teamcaptain had in zijn wekelijkse tip al eens gesuggereerd om met plastic zakken om de voeten te rijden. Omdat ik dat er niet echt uitzien vind besloot ik dat niet te doen. Helaas liepen na anderhalf uur over natte wegen mijn schoenen vol. En langzaam werden de voeten koud. Opgeven was echter vandaag geen optie, ik wilde het rondje vol maken, dat had ik mezelf beloofd.
Na twee uur en drie kwartier zwoegen en afzien was ik weer thuis. Voor de rekenaars onder jullie: “Inderdaad, een erg laag gemiddelde!” Ik werkte mezelf van de fiets en zette de eerste stappen als een hark. Mijn voetzolen voelde ik nauwelijks meer. Gauw alle natte kleding uit bij de achterdeur en onder een hete douche, het brandde aan de voeten, sjonge wat knap je daar van op! Moe maar voldaan denk ik terug aan deze helse tocht.
Volgend weekend weer! En als het regent toch maar met plastic zakken aan de voeten.
Toine
Vandaag weer een streng mailtje van onze teamcaptain ontvangen (je zou hem als leidinggevende hebben, dan ben je mooi in de aap gelogeerd, zoals ze dat zo mooi uitdrukken...). Maar hij heeft natuurlijk wel gelijk: we zijn er niet als eerste voor de lol en de voldoening van het trainen en het fietsen, maar voor het bijeen schrapen van zoveel mogelijk sponsorgeld. Dat de strijd tegen de ziekte kanker niet het enige is waarvoor veel geld nodig is, blijkt vandaag maar weer eens. Wat een concurrentie van Haiti. Je mag het natuurlijk niet denken, maar zo af en toe komt het toch boven: "wat zou het mooi zijn als al dat geld dat nu wordt ingezameld naar het KWF zou gaan...". Maar dat kan natuurlijk niet en ook op dat eilandje in de Caribbean is de nood zeer hoog en hebben ze onze steun hard zat nodig.
Dus dan toch maar weer vol goede moed aan de slag met het werven van sponsoren. Iedereen wordt ingeschakeld en het ziet er veelbelovend uit, maar ja, het duurt even voordat de eerste euro's binnen komen. Gelukkig zijn anderen in onze 3 teams van Alpe d'Achmea al wat succesvoller en dat geeft de burger moed. Ook Ad is aan het brainstormen.....en jullie weten: De Bikkel uit Brielle en stormen, dat zijn twee zaken die goed samen gaan: de Bikkel overwint elke storm, dus binnenkort kunnen we wat verwachten!
Dan is het vanuit dat plaatsje midden in het Twentse land wel erg rustig. Maar ja de profronde van Almelo is ook pas op 27 augustus en dat duurt nog even.. www.profrondealmelo.nl. Maar je kunt je vergissen en zonder dat je het hier in het westen weet, broeden ze daar op geweldige plannen. We gaan het meemaken.
Toch nog heel even over het fietsen, want dat is zo leuk....
Ik moet het bekennen: "ik ben een echte BAMBIX-jongen (www.nutriciakindervoeding.nl/en/Bambix.aspx)", om met de Bikkel uit Brielle te spreken. Ik ben nu een paar dagen bezig op de Tacx op zolder en wat gaat dat machtig!! Lekker de korte broek aan en een shirtje met korte mouwen. Zonnebril op, de hoogtezon aan, stereo op 8 en lekker draaien met die beentjes. En voor het milieu is het ook nog eens goed want ik heb de uitvoering met PowerBack, wat zoveel wil zeggen als dat ik met het fietsen de energie weer teruggeef via het net aan Eneco. Als ik bezig ben kookt, strijkt, stofzuigt -en alles wat nog meer energie kost- de hele buurt gratis! Nog even en een kan een eigen energiecentrale beginnen....
Tot binnenkort als ik weer op de Tacx zit: foto volgt....
Marco.
Back to TOP