Heroïek in de polder

vrijdag 27 november 2009

Eindelijk was het zo ver, woensdag 18 november, de eerste herfst storm. Windkracht 9 op de wadden en in het hele land windstoten van meer als 100 km. per uur. Weer waarbij iedere normaal denkende Nederlander hoopt dat hij niet meer op de fiets hoeft, op dat weer zit ik in het najaar te wachten. Immers onze coach geeft aan dat het goed is om te trainen met weerstand, nou weerstand is er wel bij windkracht 9.

Het voordeel aan zee als het hard waait is dat de lucht open waait. De buien worden doorgestuurd naar het binnenland. Op zulke dagen moet ik haast wel gaan fietsen. En als ik dat met mijn fiets aan de hand naar buiten stap, denk ik even aan onze Bambixjongetjes met hun Tackx. Zweterig op een zoldertje of in de kast, dwangmatig hun uurtje trappen.

Even het vaste rondje richting Zwartewaal, waarbij het eerste stukje windje mee gaat. Je draait een versnelling waarvan je nog niet had durven dromen dat je hem rond kreeg. Zo bijna slapend warm gedraaid moet het eerste stukje tegenwind genomen worden. Dat is het bochtje naar de brug, dus nog omhoog ook, maar weinig aan het handje.

Dan de lange rechte weg langs de Brielse Maas, die langzaam aan steeds verder naar het zuiden draait. De witte koppen spatten op het water, steeds als je bij een open stuk komt trek je aan je stuur tot je knokkels wit worden. Dit om de dreun opzij op te vangen zodra je de laatste boom passeert. Het rond krijgen van de trappers gaat moeizamer en moeizamer en gaandeweg krijg je de wind pal op kop.

Je hard bokt in je keel en je hebt meer lucht nodig als je met ademhalen bij kan houden. Het zal me toch niet gebeuren dat ik met de snelheid onder de 28 kilometer per uur komt. De hartslagmeter piept en blijft maar piepen. Gelukkig even opzij om op de weg naar het Oostvoornesse meer te komen. Langs de duinen waar je nooit weet waar de wind vandaan komt. Als je even schuin omhoog kijkt, zie je dat je niet de enige bent die niet vooruit komt. In de lucht hangt een meeuw, die ondanks zijn krachtig vleugelslagen niet voor of achteruit gaat. Je adem stokt, maar nog maar 500 meter .

Dan kom je bij de afslag richting Oostvoorne, je draait van de wind af en je hebt amper weerstand op je pedalen zo lijkt het. Je benen gaan gloeien vanwege het bloed dat de inspanningen uit je spieren spoelt. Langzaam nader je het einde van het rondje met steeds meer de wind in de rug. De hartslagmeter begint weer te piepen, nu omdat de inspanning wel weer wat groter mag. Thuis onder de douche voel je dat je wat gedaan hebt. Je gezicht gloeit van de wind die er langs gewaaid is. Thuis gekomen zegt Karin, dat jij bent wezen fietsen met zulk weer. Als je dan opmerkt dat dat juist lekker is, heeft ze daar zo haar eigen ideeën over. Als je dit zo leest begrijp je dat ik zelf dus geen Tackx zal kopen, en ik denk iedereen die uit hetzelfde hout gesneden is. Ik denk dan ook dat je een Tackx hebt dat je die van je vrouw hebt gekregen. Voor mij blijft het wachten op de volgende storm.

0 reacties:

Back to TOP