Het is niet zomaar een fietstochtje.........

woensdag 15 juni 2011

Ik kan jullie onmogelijk vertellen wat ik de afgelopen week heb meegemaakt. Enerzijds is het denk ik niet onder woorden te brengen en anderzijds zou ik een boek vol kunnen schrijven en dan nog niet alles op papier hebben. Daarom ben ik nu zo enorm dankbaar dat Heleen, mijn ouders, mijn broer, Marcel en Henriette het met mij hebben meebeleefd. Toch zal ik proberen een aantal momenten van de afgelopen week met jullie te delen.

Het begint al op de heenreis. Geen flauw idee wat er op me staat te wachten. Het enige dat ik weet is dat we vroeg in de auto zijn gestapt en koers richting de Alpen hebben ingezet. Zondagochtend 5.00uur verwacht je weinig verkeer, dus we kunnen vast doorrijden. Klopt! Maar nu al wordt duidelijk dat er iets staat te gebeuren. We komen namelijk vrij veel automobilisten tegen, maar het zijn alleen maar Nederlanders met fietsen op de trekhaak. Hoe is het mogelijk! Gaan die allemaal naar Alpe d’Huez? Mijn hart begint sneller te kloppen.

Het is mooi om te arriveren op de camping. Na enkele weken zie ik mijn teamgenoten weer. Het zijn Achmea collega’s die ik tot voor dit avontuur niet kende. Het voelt nu heel anders. Iedereen is gespannen en we weten allemaal van elkaar dat we het afgelopen jaar heel veel opzij hebben gezet om hier een onmogelijke prestatie te kunnen leveren. Er is daardoor een enorme band ontstaan. De spanning is te voelen, maar het is ook onwijs gezellig op de camping. Compleet volgeboekt met Nederlanders en wielrennerfietsen. Heel Bourg d’Oisans en Alpe d’Huez zijn afgeladen vol. Overal sportievelingen, fietsen en enthousiaste vrijwilligers. Het lijkt wel een Olympisch dorp. Allemaal met een bijzondere blik in de ogen. Focus! We zijn hier allemaal voor 1 doel: 9 juni! We hebben nu heel veel geld ingezameld en nu is het de beurt aan ons om te fietsen, om te laten zien dat we willen afzien. Om te laten zien dat we tot iets onmogelijks in staat zijn. Om zo het gevoel te hebben iets terug te kunnen doen voor onze zieke dierbaren, of voor hen die er al niet meer zijn. Voor velen is het ook een hoofdstuk die hier deze week wordt afgesloten. De ziekte is weg, of juist helemaal niet. Ze zijn er ook die weten dat dit hun laatste doel is die zij nog voor ogen hebben. Het is nu al indrukwekkend.

Op maandagavond rijd ik met 4 teamgenoten naar de top van de Alpe voor het avondeten en de deelnemersbijeenkomst in Palais de Sport. Dit is de eerste keer dat ik in contact kom met de 21 haarspeldbochten. Mijn teamgenoten zijn de avond ervoor ook al naar boven gereden en zonder dat ik besef waarom zij allen mij blijven aan kijken, slaat de twijfel toe. Wat Stijl! Wat indrukwekkend en wat enorm ver is het rijden! Ik word er stil van en me gezicht trekt wit weg (aldus mijn teamgenoten die mij dit die avond terugkoppelen). Nu snap ik waarom zij mij in de gaten houden. Zij hadden de avond ervoor eenzelfde ervaring. Het is echt onmogelijk om hier 6 keer tegenop te fietsen. Onze coach Ad probeert me gerust te stellen door heel relaxed te vertellen dat het in de auto allemaal veel erger lijkt dan dat je op de fiets in de gaten hebt. Yeah right. Die avond wordt nog weer eens duidelijk waarom ik hier ben. Het hele Palais de Sport zit vol met enkele duizenden Alpe d’HuZes familieleden. Want dat is het, 1 grote familie. Peter Kapitein vertelt zijn verhaal. Ik ken het verhaal vanuit een eerdere deelnemersbijeenkomst in Nederland en ik ben op dit moment ook zijn boek aan het lezen met de titel ‘Ik heb kanker’. Een boek dat ik vlak voor vertrek van Heleen ontving, voor ook dat laatste beetje motivatie wat ik misschien nog nodig had. Het boek kan ik iedereen aanraden. Ik heb kanker van dicht bij meegemaakt, maar wist niet dat het zo gruwelijk kon zijn. Pas dan begrijp je ook de lading van Alpe d’HuZes en dat het helemaal geen fietsevenement is. Het heeft niets met fietsen te maken. Het is een gevecht tegen een ziekte en niet tegen een berg.

Dinsdagochtend fiets ik de eerste en steilste 3 km van de beklimming. Tot en met bocht 16. Dit valt me toch wel mee. Het is een zwaar stuk, van 5 bochten waar het niet onder de 12% komt.. Ik kom er lekker in een ritme en me hartslag blijft laag. Mooi! Dat geeft de burger weer wat moed voor donderdag.
Dinsdagavond komen Marcel en Gerco aan. Ik wacht ze beneden op, omdat ik hun blikken ook wel eens wil zien wanneer we per auto naar de top reizen. Ook zij zijn onder de indruk en alle ambities die ze hebben om een goede Alpe d’HuZUS tijd te rijden laten ze bij deze varen. We eten gezellig wat met z’n drieen en we praten over wat er komen gaat. Die avond slaap ik slecht, ik word echt zenuwachtig. Ook omdat ik voor het slapen gaan nog eens stuk in het boek van Kapitein lees. De noodzaak is hoog. Ik wil echt alles geven voor Alpe d’HuZes. De statistieken zijn echt verontrustend. 1 op de 3 mensen krijgt kanker. Daar kunnen we niets tegen doen, maar ik geloof echt dat we iets tegen de gevolgen van kanker kunnen doen. Coen van Veenendaal en Peter Kapitein zijn echt aanstekelijk voor mij. Zo ook Bas Mulder. Zij zijn er al langer van overtuigd. Alpe d’HuZes toont aan dat onmogelijke opgaven toch mogelijk zijn.

Woensdag is het Alpe d’HuZUS. Het evenement voor vrijwilligers, familieleden en andere betrokkenen die 1x de Alpe zullen opfietsen om te voelen hoe het is om deze berg op te fietsen. Het is nu mijn taak om Gerco en Marcel aan te moedigen. Ondanks dat ze het zwaar hebben rijden ze allebei een mooie tijd en nog mooier is het om te zien dat zij er enorm van genieten. Want ook vandaag staan er al veel supporters langs de weg. Het ontvangst aan de finish is prachtig en zowel Gerco als Marcel komen met een grote lach over de finish. Het eerste wat Gerco zegt is dat het een eitje is en dat ik 6x absoluut ga halen. Tja, niet dat dit me gerust stelt, want hij had zich dit al voorgenomen te zeggen voordat hij überhaupt bij de start was vertrokken. Puur om mij nog even wat gerust te stellen. Niet veel later staat ineens Teus op de berg. Zonder dat iemand het ook maar wist is hij ook afgereisd naar Frankrijk om het evenement mee te beleven en mij aan te moedigen. Echt een mooie verrassing.

Niet veel later komen ook Heleen, mijn ouders en Henriette, mijn tante aan. Ook zij zijn gespannen en voelen direct de lading van de gebeurtenis. Ik ben blijer dan ooit dat ze er zijn. Het kan gaan beginnen. Opnieuw rijden we naar de top en onderweg krijgt het herdenkingsbord van Het Slatink een mooie plek. Namelijk in bocht 9. De bocht met het mooiste uitzicht van de hele berg. De bocht met de naam Steven Rooks, die daar in 1988 de etappe won. Het bord wordt in elkaar gezet en ondertussen beschilderen Gerco en Marcel de weg met motiverende teksten. Ik lees: ERIK HELD 6X. Wat gaaf dat ze dit doen. Iets verder de bocht door wordt de tweede tekst geschilderd op het asfalt: VOOR OPA KLEIN + INEKE.
Ik word stil en heb een brok in me keel, inderdaad, daarvoor fiets ik.

In Palais des Sport zijn aan de wanden flipovers opgehangen met teksten van deelnemers die hun reden, hun motivatie of hun gevoel kwijt willen. Het zijn er zoveel!! En de verhalen zo ontzettend heftig. Kinderen die voor hun moeder fietsen. Een vrouw die tijdens haar zwangerschap haar man is verloren en hier nu zwanger de berg op gaat fietsen. De wand hangt vol met de meest verschrikkelijke verhalen. Met vochtige ogen verlaten we de zaal en gaan we terug naar de camping. Het wordt tijd om me klaar te maken voor de volgende ochtend.

Logistiek heb ik alles uitgedacht en voorbereid. De auto van mijn vader staat bij de finish op de top van de berg. Vol met eten, drinken en warme kleren. Wanneer ik nu boven kom na een klim kan ik daar me verkleden en nieuwe voeding inslaan. Die ochtend gaat om 3.10uur de wekker. Ik slaap die laatste nacht heerlijk. Ik ben direct wakker en binnen 10minuten zit ik aan me ontbijt: 2 krentenbollen, 3 witte boterhammen met jam, een banaan, een eierkoek en alvast een energiereepje. Twee AA-tjes en een halve liter water. Hoe krijg je het weg zo vroeg! Ik trek me kleren aan, bepak me fiets en maak me op om naar de start te gaan. Dan pas zie je wat er gaat gebeuren. Honderden fietsers zijn al in beweging en overal zie je lichtjes van fietsers langskomen. Ik krijg van iedereen nog een knuffel. We staan met duizenden te wachten totdat het startsein wordt gegeven en de stemming is nu fantastisch. De wave gaat door de menigte en iedereen pept elkaar op. Het is koud, maar ik voel het niet. Dan zien we enkele vuurpijlen de lucht in schieten en gaat er een mega gejuich door de straten van Bourg d’Oisans. We worden in het centrum al uitgezwaaid door honderden supporters en na een kleine 15 minuten begin ik aan mijn eerste klim.

De eerste beklimming gaat goed. De eerste kilometers ben ik onder de indruk van al die fietsers om me heen en van al die kaarsjes die in het donker branden langs de weg. De kaarsjes zijn ter nagedachtenis aan de overledenen. Een stil en indrukwekkend tafereel. Na 1uur 28min. bereik ik de top. Het begint dan al licht te worden. Het is daar wel enorm koud. Ik snel naar de auto en doe gauw veel kleren aan. Ik denk dat het zo tussen de 0 en 3 graden is. Gauw wat eten en drinken en weer terug naar me fiets. Die afdaling is verschrikkelijk! De kou gaat door alle kleren heen en me handen verkrampen helemaal. Met een snelheid van pakweg 50km per uur, wat wind en die kou is het echt geen pretje. De ijzige kou verkleumt mijn gezicht, vingers en tenen. Op de terugweg naar beneden kom ik duizenden fietsers tegen. Allemaal al aan het zwoegen. Ik zie de eerste al naast de fiets lopen, voor hem is het nu al te zwaar. Maar z’n blik zegt genoeg. Opgeven is er vandaag niet bij, we gaan door totdat het lichaam niet meer wil. In bocht 9 staan veel fotografen het bord van Het Slatink te fotograferen. Het is een blikvanger en die dag zijn er veel mensen die de 390 namen op het bord langsgaan. Een mooie en eervolle plek is het! Bijna beneden kom ik mijn aanhang tegen. Ze juichen me toe en zijn blij om te zien dat ik de eerste keer gehad heb en me duim op steek dat de benen goed zijn. Beneden aangekomen is het direct weer rechtsomkeert. De warme kleren weer uit, in de tas en gaan weer. Tot nu toe is het nog leuk. Ik zit dan ook pas net 2uur op de fiets. Onder aan de berg staat een groot bord: WILLEN IS KUNNEN. Daar gaat het om vandaag. Iedereen die hier vandaag fietst die wil het zo graag, en juist daardoor zijn ze tot veel in staat.

De tweede keer is de supporters schare al indrukwekkend. Overal wordt je toegejuicht en aangemoedigd. Het is een vreemde gewaarwording wanneer hele groepen mensen je naam scanderen langs de kant van de weg. In bocht 9 krijg ik mijn eerste kippenvel moment. Ik voel me nog steeds goed. Dan zie ik de naam van opa en Ineke op de straat en wanneer ik dat zie denk ik ook aan heel veel anderen waar ik hier vandaag voor fiets. Alle trainingsuren en het afzien van de laatste maanden ben ik in  klap vergeten. Ik krijg wederom een brok in mijn keel in bocht 0. Een bocht die pas sinds dit jaar bestaat. Elke bocht is met een nummer en een bordje aangegeven. Daarbij zijn namen vermeld van alle grote wielrenners die hier ooit een etappe wonnen, waarbij het jaartal van de overwinning vermeld staat. Namen als Armstrong, Coppi en Pantani komen voorbij. Uiteraard ook namen als Zoetermelk, Theunissen, Winnen en Rooks. In bocht 0 hangt ook een bordje maar dan met de naam Bas Mulder. Een eerbetoon aan hem voor zijn werk voor Alpe d’HuZes en voor alle inspiratie die hij heeft achtergelaten. Het is een geschenk van de burgermeester van Alpe d’Huez en daarbij staan de jaren vermeld waarin hij ‘schitterde’. Hij moest eens weten. Woahww!

Ik kom opnieuw boven in 1uur en 28minuten. Slechts 5 seconde verschil met de eerste beklimming (ik lijk Rintje Ritsma wel met me ronde tijden). Opnieuw ben ik tevreden, omdat ik rustig aan wil rijden om mijn hartslag laag te houden en mezelf zo niet op te blazen. Toch kan ik er ook niet te lang over doen om zo wel die 6x binnen de tijdslimiet van 15uur te houden. Alles loopt volgens plan.

 Die derde beklimming gaat ook goed. Zonder te rusten maar wel weer met nieuwe voeding en drinken heb ik nog steeds energie. Tja, dit zijn ook de drie beklimmingen die ik heb kunnen trainen. Ik ga nu richting de 6 uur op de fiets en dat is iets wat ik in de voorbereiding vaak heb gedaan. Ik weet dat het ergste nog moet komen. Maar het is een prettig idee om te weten dat je zo lang op reserves kunt fietsen (tegen een berg op!).

Ik rijd in mijn derde beklimming een tijdje op met een jonge man met zijn dochter achterop de fiets. Zij houdt een grote knuffel olifant in haar hand. Je hoeft bijna niet te vragen wat er aan de hand is. Ze lacht naar me en ik geef haar een aai over der gezicht. Ik vraag nog of ze wel een windjackje heeft voor de knuffel, want de afdaling is heel koud. Ze lacht en zegt: Nee joh, dat voelt hij niet hor.. Hij heeft een hele dikke vacht. Pas dan valt me oog op de foto van haar moeder die op de buik van de knuffel geplakt is. Ik kijk haar vader nog even aan en zie de tranen in zijn ogen, terwijl hij zich door die eerste zware bochten heen worstelt. Het is niet voor te stellen. Er komen allemaal gevoelens in me naar boven. Woede (dit kan toch niet!), emotie, maar ook kracht. Kracht om door te fietsen. In bocht 9 kom ik Heleen en de rest weer tegen. Ze schreeuwen de kelen schor en klappen die handen helemaal beurs. Zij hebben een heel tijdje in ‘onze’ bocht gezeten. Wat een kanjers zijn ze toch! Ik kom wederom in bocht 0 en het valt me op dat ik daar nu al voor de derde keer een groepje dames zie staan die uit alle macht mij en de vele anderen naar boven toejuichen. Waar halen zij de energie vandaan? Het energieniveau van het allerhoogste niveau hier op de berg. Die toeschouwers leveren ook een topprestatie. En wat een bijzondere sfeer. Het is huilen en lachen.

Ook na de derde keer daal ik snel weer af om aan mijn vierde beklimming te beginnen. Ik lig op schema. Ruim voor de middag zijn de eerste 3 beklimmingen een feit. Mocht ik het zwaar krijgen, wat absoluut zal gebeuren, dan heb ik in ieder geval voldoende tijd voor de tweede helft en hoef ik niet tegen de klok te gaan fietsen. De vierde is zwaar. Precies wat Coen van Veenendaal zei: Je kunt trainen voor 3 beklimmingen, daarna zul je uit een ander vaatje moeten gaan tappen. Bovendien kom je tot de conclusie dat alles pijn doet en je pas net op de helft bent. Dat is mentaal een hele zware. Zeker omdat ik met een zeer pijnlijke onderrug fiets, die weliswaar ingetapet is, maar ook hier niet tegen bestand is. Elke beklimming neem ik een ibrufen tegen de pijn, maar de pijn gaat door alles heen. Dan denk ik weer even aan het boek van Kapitein. Mentaal er doorheen zitten is niet zo gek als je opnieuw te horen krijgt dat de kanker terug is en je opnieuw aan de chemotherapie gaat. Wat loop ik dan te piepen! Eind van de dag ben ik er van af. Fietsen dus gewoon. In bocht 16 stop ik even. Ik voel me wat dissy en neem een kopje bouillon. Me trainer heeft me hiervoor gewaarschuwd. Ik zweet heel veel en daardoor verlies ik ook veel te veel zout. Dit moet dus worden aangevoerd. De bouillon helpt. En later op de dag krijg ik nog twee keer een zout tabletje van de trainer.

Tussen bocht 7 en bocht 6 is het tijd voor pauze. Ik neem even een kwartiertje de tijd om bij me familie tot adem te komen. Ze kijken me allemaal met grote ogen aan en vragen zich af wat de gemoedstoestand is. Ik zie aan hen dat zij ook onder de indruk zijn van alles. We wisselen kort wat verhalen uit. Heb je die man met z’n handfiets gezien. Hoe is het mogelijk he om daarmee deze berg op te komen! Even later moet ik de fiets weer op. Het is een lekker idee dat ik nog maar 6bochten te gaan heb. Aangekomen in het dorp op de top stromen de straten vol met mensen. Ik heb nog nooit zo’n enthousiaste menigte gezien. Nee, zelfs niet tijdens het EK in Basel met 150,000 oranjefans! Je wordt als volksheld onthaald bij de finish en dat geeft weer zoveel adrenaline om ook aan die vijfde keer te beginnen.

Ik ben al compleet uitgewoond en de pijn is echt op z’n maximum. Ik kom niet meer zelfstandig van de fiets door de pijn in me rug en bukken om iets van de grond te pakken kan ik al helemaal vergeten. Toch ben ik uitgelaten blij. Mijn trainer geeft me een schouderklopje en zegt: ‘jongen, jij gaat 6x halen’. Maar denk erom! Je bent nu volledig gesloopt en hebt geen enkele voorraad energie meer in je lijf. Nu is het de kunst om te blijven eten en drinken. Anders zal het ineens zwart voor je ogen worden. Met dat advies daal ik af.

Ook die vijfde is zwaar. Heel zwaar. Ik moet 3x onderweg stoppen om te eten. Het lukt me niet meer om al rijdend iets naar binnen te krijgen. Bovendien wil ik zoveel mogelijk kleren uit. Het is nu flink warm geworden en de warmte is zo drukkend dat het effect heeft op mijn ademhaling en hartslag. Die pauzes doen me wel goed. Je hebt nu alleen nog maar oog voor je eigen leed en wanneer ik om me heen kijk dan merk ik pas dat ik niet de enige ben die kapot zit. ALLES en IEDEREEN is aan het afzien. Het lijden is nu echt begonnen. Ik zie zoveel tranen, maar ook zoveel vastberadenheid. Het is emotie op z’n mooist en dit is nu dus echt onbeschrijflijk. Hier worden grenzen verlegd. Het is een schouwspel dat van het eerste tot het laatste uur fascineert. Een eindeloze sliert fietsers met gebogen rug, zwoegend die berg op. De joelende supporters die hun handen kapot klappen zijn nu echt een houvast.

Nee, het is niet zomaar een wielerfestijn. Het zijn geen goed getrainde amateurs of profs die ik zie. Het zijn voornamelijk moeders, vaders, opa’s en kinderen die hier om een hele andere reden zijn. Tussen bocht 4 en bocht 3 krijg ik nog een laatste klap te verwerken. Het is een eindeloos rechtstuk, wat niet stijl lijkt maar toch 10% haalt. Het is er open en vlak en een gemene strakke wind die we volledig tegen hebben zorgt er voor dat de gezichten veranderen in wanhoop. Ik worstel mij erdoor en zo kom ik die vijfde beklimming ook boven. Mijn familie inclusief Marcel, die voor vandaag ook familie is, staan al bij de finish. Nog 1x, nog 1x, nog 1x. Ik krijg knuffels en zoenen en dan ga ik op nieuw weg. Ook mijn trainer kom ik nog even tegen. Het enige wat hij zegt is: naar beneden jij en nu genieten!

Je zult het geloven of niet, maar ik heb echt onwijs veel zin in die zesde! Hoe is het mogelijk? De emotie van de dag. Ik heb al mn overbodige kleren boven achtergelaten. Kou kan me nu niet meer schelen. Als ik nu bovenkom is het klaar. Het aftellen is begonnen. Me benen voelen fantastisch. Ik zit kapot, ik heb pijn, maar toch ook weer niet. Tranen van uitputting lopen over me wangen. Van elke bocht neem ik bijna ceremonieel afscheid. Ik kan niet harder en niet zachter meer fietsen. Dit is gewoon de stand waar ik in blijf hangen en gaan! Ik praat met iedereen die ik tegen kom. Ik moedig andere renners nog aan die het nodig hebben. Volhouden he. Het laatste stuk man! Kom op he! Opgeven is geen optie! Ook bedank ik al die mensen langs de kant van de weg. 

Dan is het bijna 18.00uur en nader ik het dorp. Ik heb nog 1x opa en Inke gedag gezegd. Met nog zo’n 3,5km te gaan fiets ik 100meter onder het dorp. Ik hoor ze al!!!! DUIZENDEN mensen die staan te juichen. Dat geeft zo’n onwijze kick en een adrenaline stoot dat ik niet kan wachten om het dorp in te rijden. Vanaf dat moment is alle pijn weg. Ik heb nog nooit zoveel kippenvel gehad. Ik draai het plein op, vlak voor de tunnel en de menigte is ontketend. Het is een uitbundig Hollands volksfeest, met carnaval muziek, gekke uitdossingen en hossende bierdrinkers. De emoties vliegen het laatste uur alle kanten op. Tot op het laatste moment onthalen dikke rijen onvermoeide supporters ons binnen met veel gejuich. Dan kom ik bij de finish aan. Ik gooi triomfantelijk mijn handen in de lucht en de ontlading is magnifiek. Ik zie mijn dierbaren staan, zij zijn net zo blij! Overal wordt er gehuild en geknuffeld. Een fantastische prestatie van iedereen die hier is. De renners, lopers, vrijwilligers en supporters. Ik hoor later dat het er 20,000 waren!!
We gaan direct eten na mijn finish, maar ik kan niet wachten om weer bij de finish te staan. Ik heb nog voldoende energie om de laatste deelnemers binnen te halen. De enorme kick is van de vermoeide maar trotse gezichten te lezen. Het publiek reageert uitzinnig. Het gekkenhuis wordt compleet wanneer bekend wordt gemaakt dat er ruim 20 miljoen euro is opgehaald. Alpe d’HuZes is spectaculairder dan ooit! Iedereen wil hier bij zijn.

Alle doelen zijn gehaald. Zowel de sportieve prestatie (wat in mijn ogen helemaal geen sportieve prestatie meer is) en de prestatie van het sponsorgeld. Ik vind het geen sportieve prestatie omdat ik denk dat je sportiviteit kunt trainen. Dit is geen sport prestatie. Dit is een emotionele prestatie. Volgens mij kun je zonder de lading van Alpe d’HuZes namelijk nooit deze berg 6 x opfietsen op 1 dag. De ruim 14,000 euro aan sponsorgeld zal gebruikt worden voor kankeronderzoek. Net zoals de rest van ons teambedrag (157,000 euro). Dit is 45,000 euro meer dan vorig jaar. Ongekend dit! En juist daarom zal er de komende jaren baanbrekende vooruitgang worden geboekt in de zoektocht naar kanker behandelmethodes.

Iedereen bedankt voor de financiële steun, de mentale support en het liefdevolle medeleven. Het is voor mij een ervaring die ik mijn hele leven niet zal vergeten. Nu, 3 dagen later, komt het besef steeds beetje bij beetje pas binnen. Ik ga dit de komende tijd een plekje geven en er uiteraard ook enorm van nagenieten.

Erik

0 reacties:

Back to TOP